Nadat Latour drie historische gebeurtenissen schetst, Trumps verkiezing, de Brexit, de hervatting, uitbreiding en toename van de migrantenstromen, zegt hij over deze drie verschijnselen dat “het stuk voor stuk aspecten van dezelfde metamorfose zijn: het begrip bodem als zodanig is van karakter aan het veranderen. De gedroomde bodem van de mondialisering begint weg te zakken. Dat is het werkelijk nieuwe aan wat omfloerst de ‘migratiecrisis’ wordt genoemd. En juist doordat elk van ons begint te beseffen hoe de bodem onder zijn voeten aan het wegzakken is, grijpt de angst om zich heen. We ontdekken, op een voorlopig nog duistere, onduidelijke manier, dat we allemaal aan het migreren zijn naar territoria, die we moeten herontdekken of herbezetten. Dit alles vanwege een vierde historische gebeurtenis, het klimaatakkoord in Parijs (12 december 2015), waarvan de ondertekenaars zich ontzet realiseerden, dat voor de uitvoering daarvan ettelijke planeten nodig zijn, terwijl we er maar een hebben.” Hij stelt dan ook “dat elk van ons staat voor de volgende vraag: blijven we dromen van ontsnapping of komen we in beweging om een territorium te vinden dat wij en onze kinderen kunnen bewonen? Ofwel we ontkennen het bestaan van het probleem, ofwel we zoeken een plaats om te landen. Dat is wat ons van nu af aan allemaal verdeelt, veel meer dan de vraag of we links of rechts zijn. Behalve met de migranten van buitenaf, die grenzen moeten passeren en hun land moeten verlaten, wat vaak gepaard gaat met immense tragedies, hebben we voortaan ook rekening te houden met de migranten van binnenuit, die ter plaatse blijven en het drama ondergaan, dat ze door hun land worden verlaten. Wat het zo moeilijk maakt de migratiecrisis te begrijpen, is dat die het symptoom is, in meer of minder hartverscheurende gradaties, van een beproeving die voor iedereen geldt: de beproeving dat je van land bent beroofd.”
Bovenstaand citaat vormt, zoals genoemd, een van de belangrijkste uitgangspunten van Latour zijn analyse in dit boek. We zitten met elkaar in hetzelfde schuitje, we hebben geen grond meer onder de voeten! We zijn ontaard. Hij zegt daarover: ‘Het enige bemoedigende element van de huidige situatie is dat een andere vector (richting bepalende grootheid – hj) gaandeweg aan realisme begint te winnen. De vector Modern/Aards zou een geloofwaardig, doorleefd, zinnig alternatief kunnen vormen voor de nog altijd acute links-rechts tegenstelling. Voordat ik hem verder citeer is het van belang te weten dat Latour onderscheid maakt tussen Globalisering plus en Globalisering min en tussen Lokaal plus en Lokaal min. Globalisering min en Lokaal min noemt hij samen met het Bodemloze min ‘drie nieuwe tegenstanders ‘drie utopieën, in de etymologische zin van het woord, om plaatsen zonder topos, zonder land en zonder bodem. Maar die tegenstanders zijn ook de enige potentiële bondgenoten. Zij moeten worden overtuigd en omgeturnd.’ [van min naar plus]. ‘Onrechtmatig is dat je ontworteld bent, niet dat je ergens toe wilt behoren. Aan een bodem toebehoren, willen blijven waar je bent, willen blijven zorgen voor een lap grond, er aan gehecht raken, is alleen maar ‘reactionair’ geworden, dat zagen we al, vanuit het contrast met de door de modernisering opgelegde vlucht naar voren. Als we stoppen met vluchten, hoe ziet het verlangen naar gehechtheid, er dan uit? De onderhandeling - de verbroedering? - tussen aanhangers van het Lokale en aanhangers van het aardse moet gaan over het belang, de legitimiteit en zelfs noodzaak van het toebehoren aan een bodem, maar - en daar ligt de hele moeilijkheid – zonder dat dat meteen wordt verward met wat een Lokale min eraan heeft toegevoegd: etnische homogeniteit, cultus van het patrimonium, historicisme, nostalgie, inauthentieke authenticiteit. Integendeel: onderhandelen over het landen op een bodem is door en door vernieuwend, hedendaags, subtiel, technisch en kunstmatig (in de goede zin van het woord), het heeft niets rustieks en landelijks, het is door en door creatief en eigentijds.’We moeten de terugkeer van de aarde niet verwarren met een ‘terugkeer naar landelijkheid, en al helemaal niet met een beroep op de ‘aarde die niet liegt’. Blut und Boden onzaliger nagedachtenis. [...]’
‘Dit onderscheid tussen het Lokale en de nieuw gevormde bodem is des te belangrijker omdat de plaatsen waar de verschillende typen migranten (wij allemaal – hj) zullen komen te wonen nog van de grond af moeten worden opgebouwd. Terwijl het Lokale is gemaakt om zich te differentiëren door zich af te sluiten, is het Aardse gemaakt om zich te differentiëren door zich open te stellen. [...] Het Aardse is namelijk gehecht aan de aarde en aan de bodem, maar is ook werelds, in die zin dat het zich niet houdt aan enigerlei grens, dat het alle identiteiten te buiten gaat. [alsof Latour het heeft over een landingsplek als de onze, Ecolonie).
Het heeft geen zin de moeilijkheden te ontkennen – de strijd zal hard zijn. De tijd die we hebben verloren met het op- en aflopen van de oude links-rechts vector heeft de vereiste mobilisaties en onderhandelingen vertraagd.’ [...] Het bewijs dat de ecologie als beweging er niet in is geslaagd die prominente politieke actor, het aardse, nauwkeurig te definiëren, is dat ze de mensen niet heeft weten te mobiliseren op een schaal die strookt met de uitdagingen.’ Latour citeert in dit verband Karl Polanyi’s boek The Great Transformation, die het daarin heeft over de grote onbeweeglijkheid van de politiek. ‘Overigens dat boek dateert al uit 1944 en laat dus zien hoe 70 jaar lang de krachten van de ecologische bewegingen nooit werkelijk zijn geïntegreerd in het bewustzijn van een potentieel breed electoraat, waarvan je zou wensen dat deze de doelstellingen van tenminste de linkse c.q. progressieve politieke partijen omarmen’schrijft Latour. Zelfs nu het water letterlijk en figuurlijk ons aan de lippen staat, komt daar nauwelijks beweging in, zo blijkt uit opiniepeilingen halverwege februari 2021.
Latour stelt zich de vraag: ‘waarom heeft de sociale beweging zich niet van meet af aan meester gemaakt van ecologische uitdagingen, alsof het haar eigen uitdagingen waren, waarmee ze had voorkomen dat ze achterhaald was geraakt en waarmee ze de nog zwakke ecologische beweging een duw in de rug had kunnen geven? [...] In plaats van die revoltes te laten samensmelten, hebben we niets anders gedaan dan vrijwel volledig machteloos toekijken bij de Grote Acceleratie, de neergang van het communisme, de triomf van de mondialisering min, het steriel worden van het socialisme, om uit te komen bij de laatste clownerie, de verkiezing van Donald Trump! In afwachting van andere rampen, die we bevend tegemoet zien.’ (toen Latour dit schreef was er nog geen sprake van de covid-19 pandemie - hj) Ecologie is niet de naam van een partij, niet eens iets waar je bezorgd over zou moeten zijn; het is een oproep om van richting te veranderen: ‘Naar het Aardse.’
Vervolgens diept Latour het antwoord uit op de vraag: ‘Hoe valt te verklaren dat het stokje van de collectieve verontwaardiging niet is overgenomen?’ En komt dan o.a. op de vaststelling ‘dat het misschien tijd is geworden dat we het niet meer over mensen hebben maar over aardbewoners, waarmee we de nadruk leggen op de humus, en ja, de compost in de etymologie van het woord ‘mens’(aardbewoner heeft het bijkomende voordeel dat geslacht en soort in het midden worden gelaten…). De uitspraak ‘wij zijn aardbewoners te midden van aardbewoners’ leidt absoluut niet tot dezelfde politiek als de uitspraak ‘wij zijn mensen in de natuur.’ De twee zijn niet uit hetzelfde hout gesneden – of liever gezegd uit dezelfde klei gekneed.’
Ik heb de neiging om met nog meer citaten te komen, zo enthousiast ben ik over de inhoud, de analyses, de nieuwe taal. Ik zou het boekje over willen typen om geen minuut te verliezen om de inhoud door te geven. Gelukkig is het te koop. Het enige wat ik kan aanraden, wanneer bovenstaande informatie op zijn zachts gezegd je belangstelling heeft gewekt en misschien optimaal je ziel heeft geraakt, om dit boekje aan te schaffen. Het te beschouwen als een inleiding op bijvoorbeeld de acht lezingen van Latour, gebundeld in het boek ‘Oog in oog met Gaia’.
Wij gaan hier op Ecolonie met de inzichten van Latour aan de slag. We beschouwen deze niet als iets geheel nieuw, maar als een bevestiging van de weg die we al sinds 1998 gegaan waren. Hoofd, handen en hart voegen zich als het ware definitief samen tot een geheel; als een schitterend perspectief. En juist dat perspectief willen we gaan uitwerken. Niet alleen voor ons zelf hier op deze plaats, maar we gunnen ook anderen landingsplekken die er toe doen. Het plan daarvoor staat als concept beschreven in de brief die we deze maand hebben gestuurd aan Bruno Latour. Je kunt deze brief in het Nederlands hier lezen.