De klaproos is een éénjarige plant met een dunne penwortel. Het heeft een behaarde stengel en draagt zacht behaarde bladeren. Van mei tot augustus verschijnen de tere rode bloemen met 4 kelk- en kroonbladeren. De knoppen zijn afhangend en pas als ze opengaan staan de bloemen fier rechtop. De kroonbladeren vertonen een donkerrode-tot zwarte vlek aan de basis van de bloemen en hebben veel meeldraden met paarse helmdraden. Als de bloemen zijn uitgebloeid ontstaat er een kale zaaddoos. De wind schudt de zaaddozen heen en weer, en door de gaatjes onder het deksel worden de zaden weggeslingerd.
De zaden blijven tientallen jaren kiemkrachtig. Als de grond wordt omgewoeld en er komen weer zaden aan de oppervlakte staat het jaar daarop de grond weer vol met klaprozen.